De Bouillonstraat

Een ode met een knipoog aan een allee met allure

Wat mogen we toch blij zijn met het feit dat we in Maastricht studeren. ‘The city is your campus’, zo prijkte het op een door de universiteit uitgegeven brochure voor aankomende studenten, en dat is maar goed ook! Je zou je studentendagen maar moeten slijten op bijvoorbeeld de campus van de Universiteit van Tilburg (excuus: Tilburg University), welk veredeld industrieterrein bij een beetje zon nog enigszins tot vreugde stemt, op regenachtige dagen evenwel zeer veel weg heeft van communistisch Rusland. Wat is er nu mooier dan het voor je onderwijs moeten doorkruisen van onze prachtige stad, om uit te komen bij een schitterend monumentaal pand waarvan je niet eens wist dat het bestond? Inderdaad, wij UM-studenten zijn gezegend met us sjoen Mestreech, zij het dat wij rechtenstudenten ons nóg meer mogen verheugen. Wij studeren immers aan de Bouillonstraat, 75 meter pure schoonheid in het oudste gedeelte van de stad.

Alleen de naam al rolt (letterlijk?) heerlijk van de tong: de Bouillonstraat. Of het nou komt doordat in het Frans alles mooier klinkt dan in onze taal (bouche de la loi vs. spreekbuis van de wet; baleine vs. walvis; triage vs. afval scheiden[1]) of doordat men in Nederland jaarlijks ruim negen liter soep slurpt,[2] één ding staat vast: de naam drukt klasse uit. Zeg nou zelf: je vertelt in gezelschap toch veel liever dat je aan de Bouillonstraat studeert dan dat je student bent in een steenschuur (Leiden) of op een kerkhof (Utrecht)?[3] Als daar geen grafstemming heerst…

Om bij de naam te blijven: waar komt die eigenlijk vandaan? Het is onwaarschijnlijk dat hij valt terug te voeren op de heerlijkheid en het latere hertogdom Bouillon – gelegen in de, wat we nu noemen, zuidelijke Ardennen – of de hertog Godfried van Bouillon; evenmin lijkt een associatie met wat wij vandaag als bouillon kennen op haar plaats. Veeleer lijkt het te gaan om een verbastering c.q. verfransing van het Middelnederlandse ‘baljoen’, dat op een zekere helling duidt, hetgeen ons niet geheel vreemd in de oren zal klinken. De term werd vóór de zestiende eeuw aan een plein gekoppeld, welk plein deel uitmaakte van het achter de Sint-Jans- en Sint-Servaaskerk gelegen Sint-Servaasklooster, naar mijn bescheiden mening thans een van de mooiste plekken (zo niet dé mooiste plek) van de stad Maastricht. In elk geval dateert de oudste bron waarin onmiskenbaar wordt gedoeld op de huidige Bouillonstraat, uit 1405: ‘op den baljuyne daarntan gheyt van St. Servoes cloester te Lenculen zuart’. Inderdaad: de Bouillonstraat vormt ook nu nog een verbindingsroute tussen het Vrijthof en de (in de achttiende eeuw weliswaar afgebroken) Lenculenpoort; misschien werkt het verhelderend als ik zeg dat we op die laatste plaats nu café Tribunal aantreffen.[4]  Hoewel een link met de vloeibare substantie die wij vandaag de dag ‘bouillon’ noemen, ontbreekt, is de herkomst van de straatnaam – voor zover ik die middels dit staaltje etymologie van de koude grond kan vaststellen – allesbehalve onaardig. Wat een historie! Daar kunnen die rare, nog steeds in nevelen gehulde zwerfkeien uit Drenthe een puntje aan zuigen!

Vanaf de zeventiende eeuw ontwikkelde de Bouillonstraat zich pas echt tot de statige laan die ook vandaag nog het Maastrichtse stadbeeld siert. In deze tijd vestigden zich er immers de militaire gouverneurs, waarbij in de loop der tijd verschillende woonhuizen aaneen werden gekoppeld teneinde een heus gouvernementspaleis te creëren; dat paleis heeft er tot het begin van de 20ste eeuw gestaan – het was dermate bouwvallig geworden dat het werd vervangen door het gebouw dat we allemaal zo goed kennen – en herbergde onder meer Napoleon Bonaparte (!) gedurende de Franse Tijd.[5] Verder huisvestte de straat abten, burgemeesters, grote humanisten, magistraten, missiezusters, ridders, zussen van socialistische denkers van niet geringe reputatie[6] en nog vele andere illustere dames en heren. Kortom: doorluchtige figuren in een even doorluchtige straat. Laten we hopen dat de Bouillonstraat nog een baljoen jaar bij ons mag blijven!

Geschreven door Youri Cremers

[1] Vgl. de geestige column van A. Brandt Corstius, ‘Triage, het Franse afval scheiden, mag dan wel mooier klinken, makkelijker is het zeker niet’, de Volkskrant 18 augustus 2018.
[2] M. Somers, ‘Wat zit er eigenlijk achter uw soep’, NRC 12 september 2015.
[3] De rechtenfaculteiten van de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht zijn gelegen aan respectievelijk de Steenschuur en het Janskerkhof.
[4] Zie voor dit alles J. Schaepkens van Riempst, ‘Eenige bijzonderheden omtrent straten, pleinen en bewoners van het oude Tricht’, in: Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG), Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg, deel 43, Maastricht 1907, p. 79 e.v.
[5] Zie P.J.H. Ubachs & I.M.H. Evers, Historische Encyclopedie Maastricht, Zutphen 2005, p. 201.
[6] De zus van Karl Marx zou hebben verbleven in de Hof van Slijpe (thans de kennistechnologiefaculteit).

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Verstuur