Vanwege de ernst van de situatie waren die noodverordeningen vlak naar de corona-uitbraak in Nederland gerechtvaardigd. Sindsdien is de situatie echter veranderd. De nood is in de afgelopen weken minder geworden en de vraag is of de verregaande bevoegdheden die door de noodverordeningen die toegekend zijn nog wel in overstemming zijn met de grondwet. Daarnaast zijn de noodverordeningen zoals die nu gelden eenzijdig door het kabinet in overleg met de burgermeesters opgelegd. De verordeningen zijn dus nooit voorgelegd aan het parlement. De volksvertegenwoordiging heeft dus geen invloed gehad op de inhoud en toepassing van de noodverordeningen.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijven Grapperhaus en minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken dat ze met een ‘tijdelijke wet’ wilden komen, omdat noodverordeningen in een rechtstaat en democratie niet ‘al te lang kunnen duren’. Omdat de anderhalve meter afstand langer zal gelden dan de noodsituatie, moest dit dus vastgelegd worden in de wet. Het betreffende wetsvoorstel is een verzamelwet en is inmiddels als wet in werking getreden onder de naam Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid. Dit houdt in dat er verschillende voorzieningen en wettelijke aanpassingen komen om het wetgevingsproces, de rechtspraak en het openbaar bestuur zo goed mogelijk te kunnen laten functioneren zolang de beperkingen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus gelden.[2] De spoedwet zal op 1 september 2020 vanzelf vervallen. Indien het niet uit te sluiten is dat na deze datum de tijdelijke voorzieningen uit de spoedwet nog noodzaak hebben te blijven bestaan, is er een mogelijkheid opgenomen om deze termijn telkens met twee maanden te verlengen (artikel 35 lid 3).[3] Ook zal er voor sommige onderdelen van de wet de mogelijkheid bestaan om met terugwerkende kracht tot en met 16 maart 2020 te doen gelden (artikel 35 lid 2). [4]
[1] Hartog Den, T. ‘Grapperhaus komt met speciale coronawet: meer inspraak voor parlement en gemeenteraden’, Algemeen Dagblad 1 mei 2020. Geraadpleegd op 27 mei 2020.
[2] Tweede Kamer, https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg= wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel%3A35434, laatst geraadpleegd op 29-05-2020.
[3] Rijksoverheid, https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/04/08/spoedwetgeving-justitie-en-veiligheid-naar-tweede-kamer, geraadpleegd op 21-05-2020.
[4] Kamerstukken II, 35434.