Geschreven door Maryze Zembowicz
Een doorslaggevende stem, het hoogste woord, onbevreesd, hard, ijskoud en emotieloos. Nu hoor ik u denken, wat hebben deze woorden met elkaar gemeen? Zonder in te gaan op het antwoord op deze vraag, stel ik u een vraag terug. Zijn dit niet de woorden die u zou toewijzen aan het rechterschap? Vindt u niet ook dat een rechter in een rechtszaak hard en meedogenloos behoort te zijn? Dat de rechter onbevreesd moet zijn in zijn werkzaamheden en zich als het ware ijskoud dient op te stellen ten overstaan van de desbetreffende partijen?
Als een ander deze vragen aan mij zou voorleggen zou ik denken dat het hier ging om retorische vragen. Natuurlijk moet een rechter in een rechtszaak emotieloos zijn en zich onbevreesd en hard opstellen. Het vak van een rechter is niet gemakkelijk. Als de rechter een beslissing heeft gemaakt in de zaak, is dat de uitspraak en dient iedereen dat te respecteren. Is het dan niet meer dan logisch dat een rechter zich naar buiten toe op deze harde manier opstelt. Daar zal u welwillend mee instemmen als ik het ga hebben over de onafhankelijke en onpartijdige positie van een rechter in een zaak. Wat zou u ervan vinden als u als tegenpartij in een zaak de rechter emotioneel ziet worden wanneer het slachtoffer zijn of haar spreekrecht uitoefent? Wat zou u denken als u tranen over de wangen van de rechter ziet lopen? Precies, u zou denken dat de rechter al een besluit heeft genomen. Door de emotionele betrokkenheid van de rechter ten aanzien van de ene partij zou u haast denken dat het voor de rechter niet moeilijk meer is om een kant te kiezen.
Deze situatie deed zich op 5 december 2019 voor in een zaak waarin de rechter volschiet naar aanleiding van een opmerking van een nabestaande tijdens de behandeling van een moordzaak. Raad eens wat de verzoeker naar aanleiding hiervan deed? Inderdaad, zij voerde aan dat er sprake was van schijn van partijdigheid, dan wel objectief gerechtvaardigde vrees van vooringenomenheid van de rechter, vanwege het enkele feit dat de rechter haar emoties niet in bedwang kon houden, toen de nabestaande in tranen uitbarstten op het moment dat zij hoorden dat de moordzaak voor langere tijd zou worden aangehouden. Het opmerkelijke aan deze zaak was dat de moordzaak nog niet eens inhoudelijk besproken zou worden. Er werd louter verteld dat de inhoudelijke behandeling van de moordzaak werd uitgesteld. De rechter in deze zaak stelt zich op het standpunt dat haar emotionele uitbarsting niets te maken had met de zaak, maar het om persoonlijke omstandigheden ging. Om deze reden heeft de wrakingskamer dan ook het besluit genomen om het wrakingsverzoek af te wijzen.[1]
Zo blijkt, een rechter hoeft niet van steen te zijn. Mensen raken nou eenmaal zo nu en dan emotioneel betrokken in bepaalde situaties. Emoties kan men niet controleren of tegenhouden. Ik vind het dan ook niet wonderbaarlijk wanneer een rechter emotioneel betrokken raakt bij de inhoudelijke behandeling van een verkrachtingszaak ten aanzien van een 13-jarige jongen.[2] Dan wil ik nu graag terugkomen op mijn stelligheid: ‘Natuurlijk moet een rechter in een rechtszaak emotieloos zijn en zich onbevreesd en hard opstellen’. Aan de kant van de rechter blijkt dat dat helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Een rechter is natuurlijk ook maar een mens.
[1] Rechtbank Zeeland-West-Brabant 5 december 2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:5649.
[2] Aldus de zaak van Jos Brech en Nicky Verstappen.